Op 23 april 2020 hebben de Ministers Grapperhaus en Dekker de Tweede Kamer geinformeerd omtrent de gevolgen voor (onder andere) de sociale advocatuur van de verlenging van de Corona maatregelen.
De Ministers schrijven over de sociale advocatuur:
“De sociale advocatuur vervult een bijzondere en belangrijke rol in de toegang tot het recht. Deze rol dient juist in deze tijden gewaarborgd te zijn en te blijven door te borgen dat ook op langere termijn een adequaat aanbod (omvang en kwaliteit) van sociaal advocaten is verzekerd. De effecten van de coronacrisis zijn ook voor de sociaal advocatuur ingrijpend. In aanvulling op het generieke kabinetsbeleid zijn daarom direct maatregelen getroffen om te zorgen dat sociaal advocaten (waaronder begrepen advocaten, mediators en bijzondere curatoren die ingeschreven staan bij de Raad voor Rechtsbijstand) een beroep kunnen doen op een stabiele financieringsstroom door middel van een ruime bevoorschotting.
Door de Raad voor Rechtsbijstand is in nauw overleg met de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) voor de korte termijn een aantal maatregelen genomen. Het gaat dan om de bijzondere voorschotregeling (Staatscourant 19916, 7 april 2020), die sociaal advocaten de mogelijkheid geeft acuut over voldoende liquide middelen te beschikken. Met dat doel is eveneens de declaratiemogelijkheid in extra-uren zaken verruimd. Verder heeft de aangepaste werkwijze van rechtbanken geleid tot het afstemmen van zittingstoeslagen op deze werkwijze en is voorzien in bekostiging van rechtsbijstand op afstand in de piketfase.
Gelet op de zorg voor een adequaat aanbod van sociaal advocaten monitort de minister voor Rechtsbescherming aan de hand van de beschikbare cijfers van de Raad voor Rechtsbijstand de actuele situatie per rechtsgebied. Daarbij wordt steeds bekeken of extra maatregelen nodig zijn, omdat bevoorschotting weliswaar voorziet in liquiditeit, maar geen antwoord is op ondervonden nadeel als gevolg van ontwikkelingen in de vraag naar gesubsidieerde rechtsbijstand vanwege de coronacrisis. De wijze waarop en het tempo waarin de rechtspraak het aantal te behandelen zaken verder uitbreidt, is hierop ook direct van invloed.
Door per rechtsgebied de ontwikkelingen in het aantal afgegeven toevoegingen te monitoren is de minister voor Rechtsbescherming in staat en indien nodig bereid gericht nadere maatregelen te treffen. Hierbij denk ik aan een langere terugvorderingsperiode en de mogelijkheid om in uitzonderlijke gevallen een deel van het voorschot niet terug te vorderen (binnen het beschikbare budgettaire kader van de rechtsbijstand). Hierover vindt overleg plaats met de NOvA en de Raad voor Rechtsbijstand. Uw Kamer zal hierover zo spoedig mogelijk nader worden geïnformeerd.”
Het zijn voornamelijk een hoop woorden zonder concrete inhoud. Nu zijn we dat van onze Minister van “Rechtsbescherming” gewend nu zijn beantwoordig vaker eindigt met ideeen, proefballonnetjes, LegalGuard en plannen die hij nog eens gaat bekijken, maar het wordt langzaam maar zeker genant, voor zover het dat nog niet is.
Reeds in 2017 (lees: DRIE JAAR GELEDEN) kwam het rapport Andere Tijden uit van de Commissie v.d. Meer. Conclusie: Er moet meer geld bij op het gebied van de sociale advocatuur en de vergoedingen zijn al langdurig onder de maat. Drie jaar later zijn we nog niet heel veel verder.
Nu de rechtbanken hun deuren hebben gesloten en inmiddels zeer beperkt weer openen, verkeert de sociale advocatuur in nog veel zwaarder weer. Pro deo zaken worden namelijk vergoed door de Raad voor Rechtsbijstand na afloop van de procedure. Om me te beperken tot strafzaken: Ik kan de toevoeging van een zaak die bij de politierechter loopt declareren als die politierechter uitspraak heeft gedaan. Een meervoudige kamer zaak na vonnis van die meervoudige kamer.
In maart en april gezamenlijk zijn meer dan 25 zittingen uit mijn agenda verdwenen. Dat zijn dus meer dan 25 zaken die niet kunnen worden gedeclareerd, terwijl de kosten (huisvesting, ordebijdrage enzovoorts) gewoon doorgaan. De omzet van veel sociaal advocaten is teruggelopen naar nihil. En dat dus in een groep advocaten die toch al geen spek op de botten had, nu zij werd geconfronteerd met een constatering uit 2017 waar praktisch (nog) niets mee is gedaan.
De oplossingen die de Ministers benoemen in hun brief zijn sigaren uit eigen doos. Stel dat een ondernemend sociaal advocaat nu geen zaken draait en dus het voorschot vraagt. Hij ontvangt nu dan liquide middelen op zijn kantoor overeind te houden. Maar als alles straks weer draait verdient hij alsnog niets, omdat de Raad dan de gedeclareerde toevoegingen gaat verrekenen met het voorschot. Het lost het probleem mitsdien niet op, het verlegt het probleem iets verder de toekomst in.
Sander Dekker heeft eind 2019 toegezegd eenmalig enkele miljoenen beschikbaar te stellen voor de sociale advocatuur. Dit zou onder andere tot uiting komen in een hogere vergoeding per zaak. Nu de hele keten echter bijkans maanden stil ligt, komen die zaken er niet. Dit betekent volgens mij heel simpel dat het toegezegde geld niet wordt uitgekeerd. Een beter voorstel zou dan ook zijn om het geld dat nu wordt “uitgespaard” direct in de sociale advocatuur te stoppen, zodat straks, als alles weer open gaat, ook de minder bedeelden zich kunnen voorzien van adequate rechtsbijstand, omdat er dan nog advocaten over zijn. De Vereniging Advocatenbelangen maakt zich al langer hard voor een korte termijn oplossing.
Minister, het is, kort gezegd, niet meer de tijd van later op dingen terug komen. Het is de tijd van handelen, van toezeggingen en van oplossingen. En dan bedoel ik oplossingen NU, niet over twee maanden, als diverse kantoren zijn omgevallen. Of gaan we nu werkelijk, in het midden van een crisis, afwachten, om straks de put te dempen als het kalf van de sociale advocatuur is verdronken?